Zijn tongval verraadt zijn afkomst onmiddellijk. Limburger Patric Wigman (56) is vestigingsdirecteur van Het Noordik in Vroomshoop, maar voelt zich al jaren helemaal thuis in Twente. Het werken met jonge mensen in het algemeen en vmbo-leerlingen in het bijzonder geeft invulling aan zijn enorme drive om van betekenis te zijn voor anderen. De rasverbinder gaat graag met onderwijs, overheid en ondernemers om tafel. Het doel? Het opnieuw inrichten van het onderwijslandschap onder de noemer Sterk Techniekonderwijs (STO). Want leerlingen zijn de grondstof voor de toekomst.
Het Twentse coulisselandschap trok hem en zijn gezin uiteindelijk over de streep. “We zijn een beetje verliefd op het prachtige landschap hier,” bekent Patric Wigman, die als geboren Limburger toch best het nodige natuurschoon gewend is. “Maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat we wel zo’n beetje door heel Nederland hebben gewoond. Na Limburg woonden we eerst in Den Haag, Rijswijk en Schiedam. In augustus 1999 begon ik als wiskundedocent aan openbare scholengemeenschap De Waerdenborch in Holten. In 2015 werd ik vestigingsdirecteur van CSG Het Noordik in Vroomshoop. We wonen in Enschede, dus ik mag elke werkdag van Zuid-Twente naar Noord-Twente en weer terug. En dat is prima te doen.”
“Sterk Techniek onderwijs is een beweging die niet meer weggaat”
Aan de muur van zijn werkkamer hangt een indrukwekkende landkaart van het gebied waar hij werkt. In zijn vorige baan had Wigman al veel contacten in Twente. “Ik merkte dat er dan vaak werd gedacht aan het gebied tussen grofweg Almelo en Enschede,” kan Wigman zich nog goed herinneren. “Terwijl Twente toch écht meer is dan dat. Want de wereld houdt niet op bij Almelo.” Wigman wijst op de kaart aan de muur, waarop Vroomshoop het absolute middelpunt lijkt. “Voor het gebied Almelo-Ommen-Hardenberg is Vroomshoop het centrum. Het is toch geweldig dat ik hier schooldirecteur mag zijn? Middenin dat gebied? Die kaart visualiseert de regio waar ik het voor doe.”
Vanuit zijn christelijke identiteit wil Wigman graag van betekenis zijn voor anderen. En dan vooral voor opgroeiende kinderen. “Puberende tieners zijn zich langzaam aan het losweken van hun ouders. Ze zijn op zoek naar wie ze zijn en wat ze kunnen. Ze staan volop open voor nieuwe indrukken, willen over het algemeen graag leren en zijn erg nieuwsgierig. Dat is een geweldige leeftijd om voor en mee te mogen werken. Op deze leeftijd kun je met stukjes geluk strooien. Daarmee bedoel ik dat je ze iets kunt meegeven waar ze iets aan hebben, waar ze later nog met een goed gevoel aan terugdenken. Het is prachtig als je later hoort dat je zó van betekenis hebt kunnen zijn in het leven van een kind. Dat is mijn drijfveer.”
Vanuit het karakteristieke schoolgebouw aan het Linderflier in het kanaaldorp zet Wigman zich niet alleen in voor zijn eigen school, maar ook voor Sterk Techniekonderwijs in de regio Almelo en omstreken. “Natuurlijk moeten we als school voldoen aan allerlei kwaliteitscriteria. Die kun je in principe afvinken en dan heb je ze gehaald. Maar ik streef ernaar de school in de maatschappij te brengen en de maatschappij in de school. Daarmee bedoel ik dat we samen met het lokale bedrijfsleven gaan kijken naar wat er op school nodig is en andersom. We moeten op school dus óók een afspiegeling zijn van de maatschappij waarin we functioneren.”
Het meerjarenproject Sterk Techniekonderwijs moet de komende periode landelijk de brug slaan tussen onderwijs en technisch bedrijfsleven. Doel is het voorkomen van uitstroom van het technisch vmbo én het verbeteren van de aansluiting met het bedrijfsleven. “Ook in de regio Almelo en omstreken werken we hard aan het opnieuw inrichten van het onderwijslandschap”, vertelt Wigman. “Onderwijs en bedrijfsleven gaan met elkaar om tafel om te kijken wat er nodig is. Samen kunnen we leerlingen opleiden voor de beroepen die er straks zijn, met de kennis en vaardigheden die onze leerlingen daarbij nodig hebben.”
De afgelopen jaren heeft Sterk Techniek onderwijs al een en ander opgeleverd. Wigman vertelt er graag over. “We halen letterlijk de bedrijven in school en andersom. Leerlingen kunnen nu bijvoorbeeld masterclasses volgen over een beroep of bedrijf. En hybride onderwijs, dus op school én op de werkvloer, werkt ontzettend goed voor de leerlingen én voor de bedrijven. Een mooi voorbeeld is het mobiele technolab dat brancheorganisatie FEDA (hét ondernemersplatform in aandrijf- en automatiseringstechniek, red.) op het gebied van pneumatiek gaat realiseren. Een compleet ingerichte bus vol met de nieuwste snufjes. Als we die in Tubbergen nodig hebben, dan staat ie daar. En als we er in Vroomshoop behoefte aan hebben, dan komt-ie naar Vroomshoop.”
“We geven leerlingen een goed beeld van techniek, maar ook van de lokale arbeidsmarkt”
Het doel van Sterk Techniekonderwijs is dus om techniek beter op de kaart te zetten. “We geven leerlingen een goed beeld van techniek, maar ook van de lokale arbeidsmarkt. En omgekeerd horen we van de bedrijven zo nog veel beter waar ze op zitten te wachten,” legt Wigman uit. “Een tijdje geleden maakte ik kennis met Wim Sturris, directeur van De Groot Vroomshoop. Hij kende mij niet en ik hem niet. Terwijl we allebei praktisch aan dezelfde straat zitten in Vroomshoop, wij als school met techniekopleiding, zij als bedrijf met behoefte aan technisch goed geschoold personeel. We hebben afgesproken dat we elkaar regelmatig blijven zien, want die contacten zijn erg waardevol. Onze leerlingen zijn de grondstoffen voor de toekomst! Dan is het voor onderwijs én bedrijfsleven van cruciaal belang om samen te blijven bekijken welke initiatieven hiervoor nodig zijn.”
De kracht van Sterk Techniekonderwijs is volgens Wigman dat het geen project is. “Nee, het is een beweging,” bezweert de vestigingsdirecteur. “Wij zijn als scholen de drijvende kracht achter Sterk Techniekonderwijs, maar het netwerk breidt zich voortdurend uit. In ons onderwijsprogramma zat veel maakindustrie en de andere sectoren kregen maar beperkt een plek. Terwijl de verhouding in de regio er in de praktijk heel anders uit zag. We merken dat bedrijven het geweldig vinden dat ze mee kunnen denken over dat regionale onderwijslandschap. Zij melden zich inmiddels al zelf bij ons. Dat is toch een teken dat we iets goed doen. Sterk Techniekonderwijs is een beweging die niet meer weggaat.”
Wie Wigman hoort spreken, hoort een bevlogen man die vol energie vertelt over wat hem drijft. “Dat enthousiasme is er bij alle partijen die bij Sterk Techniekonderwijs zijn betrokken,” zegt Wigman. “Bestuurders, leerlingen en ondernemers realiseren zich allemaal dat ze een schakel zijn in het grotere geheel. In de regio zie je nog bedrijven die écht voor hun lokale samenleving van betekenis willen zijn. Als sponsor van een vereniging, als goed werkgever en dus óók als vormgever van het onderwijs hier. Ze realiseren zich dat we een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben voor de toekomstige arbeidsmarkt.”
“De visie die ten grondslag ligt aan Sterk Techniekonderwijs is er eentje voor de lange adem,” stelt Wigman. “Vanuit verbinding vernieuwen. Dát is pas duurzaamheid. We moeten ervoor zorgen dat de basisschoolleerlingen van nu straks in deze regio een prima plek vinden om te wonen én te werken. Nieuwe technologieën moeten we daarom inbedden in het onderwijs. Hoe moet het straks met de landbouw? Een vraag die ook in deze regio volop gaat spelen. Voor de problemen van morgen moeten we nú al oplossingen bedenken in ons onderwijsprogramma. Dat onderwijs maken we met elkaar klaar voor de toekomst. Een duurzame toekomst.”
Dit artikel verscheen eerder op www.ondernemers-magazine.nl
