Er zijn in ons land steeds minder technische geschoolde arbeidskrachten te vinden. Terwijl er honderdduizend woningen gebouwd moeten worden enn de wegenbouw, de logistiek en maakindustrie staan te springen om goede mensen. Om dat tij te keren, wordt er onder de noemer Sterk Techniekonderwijs jaarlijks honderd miljoen geïnvesteerd in het vmbo. Die brug tussen onderwijs en (technisch) bedrijfsleven begint zijn vruchten af te werpen. In gesprek met twee Jannen.
Plaats van handeling is de gezellige bedrijfskantine van de Kruse Groep in Geesteren. We zitten aan tafel met Jan Kruse en Jan van der Meij. De eerste Jan is directeur van het bedrijf waar wete gast zijn, de tweede Jan is directeur van het Alma College. De laatste steekt meteen van wal met een heel betoog over het belang van het dichter bij elkaar brengen van onderwijs, ondernemers en overheid. “We hebben al een heeltraject achter de rug”, schetst Van der Meij het voorbije proces.
“De afgelopen jaren hebben we vanuit het techniekonderwijs in deze regio nadrukkelijk bedrijven betrokken bij het meedenken over de toekomst”, vertelt de Almelose schooldirecteur. “De aanmeldingen voor technische opleidingen liepen flink terug. Daarom besloot de regering jaarlijks flink te investeren om Sterk Techniekonderwijs (STO, red.) op de kaart te zetten. Dat gebeurde in allerlei subregio’s, waaronder Almelo en omstreken. We kunnen wel zeggen dat dit in onze regio prima is gelukt”, aldus van der Meij.
De andere Jan naast hem knikt veelbetekenend. “Zonder meer”, klinkt het uit de mond van de directeur van Kruse Groep. “De eerste periode van vier jaar STO is nu voorbij. Die eerste fase ging heel erg van de scholen uit. De tweede fase staat nu voor de deur. Een fase waar bij bedrijven en de vakmensen die daar werken een actievere rol krijgen. Er zijn al veel slagen gemaakt, ook naar het bedrijfsleven toe. Er wordt goed naar ons geluisterd en we zijn echt op de goede weg. Ik ben niet voor niets hartstikke enthousiast.”
Van der Meij weet als geen ander hoeveel werk er al is verzet. Hij was vanaf het begin betrokken bij STO in Almelo en omstreken. “Die eerste jaren hebben we heel erg nagedacht over wat we wilden qua structuur. We wilden naar een hybride leeromgeving. Waarbij leerlingen uiteraard op school zaten, maar óók bij bedrijven en instellingen. Niet alleen tijdens stages, maar ook tussendoor, bij opdrachten en keuzemodules. Die hybride leeromgeving is goed van de grond gekomen en daar zijn we best trots op.”
We wilden naar een hybride leeromgeving. Waarbij leerlingen uiteraard op school zaten, maar óók bij bedrijven en instellingen. Niet alleen tijdens stages, maar ook tussendoor, bij opdrachten en keuzemodules.
Kruse is het weer hartgrondig eens met zijn naamgenoot. “Dat loopt inderdaad goed. We investeren hier ook graag in. We vinden het belangrijk dat we als bedrijf op deze manier aansluiten. We zijn nu aan het kijken of we een STO Keurmerk kunnen ontwikkelen. Zodat onze hybride leeromgeving een vertrouwd adres is. We willen jongens en meiden met ‘gouden handjes’ op tijd enthousiasmeren voor het vak en binden aan ons bedrijf. En ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat hun kinderen hier in goede handen zijn.”
Volgens Kruse is het ook gewoon eigen belang. “Daar ben ik ook eerlijk in”, geeft hij toe. “Natuurlijk is het goed voor de hele samenleving, maar ook voor onszelf. Ons personeelsbestand vergrijst nou eenmaal enorm. Als we niks doen, dan hebben we over een paar jaar geen goede mensen meer. Ook daarom steken we hier al jaren veel tijd en energie in. Leerlingen zijn hier om te leren en wij profiteren daar ook van. Als leerlingen hier binnenkomen, dan horen ze er meteen bij. We steken ze direct in onze bedrijfskleding en ze tellen meteen mee. We ontvangen ze hier met open armen.”
Jan van der Meij glimlacht om de gedrevenheid van de enthousiaste directeur. “Dat is wél hoe het werkt. Het wordt voor leerlingen steeds moelijker om keuzes te maken. Er komt zoveel bij kijken en het werkveld is zo divers. Juist in de maakindustrie is een schreeuwend tekort en leerlingen kennen die tak van sport gewoon niet. Dus moet je ze er al jong mee laten kennis maken.” Jan Kruse vult aan: “Ook leerlingen die niet zo goed zijn in leren, kunnen zich bij ons een vak eigen maken. Echt iedereen kan iets. Waar een wil is, is een weg!”
“Ook leerlingen die niet zo goed zijn in leren, kunnen zich bij ons een vak eigen maken. Echt iedereen kan iets. Waar een wil is, is een weg!”
In de komende nieuwe fase van vierjaar trekken onderwijs en bedrijfsleven nóg meer samen op. “We doen het echt samen”, stelt Van der Meij. “Eigenlijk zien we de hele regio als klaslokaal! Allerlei bedrijven doen mee. Van transportbedrijf tot weg- en waterbouw. Van kappers zaak tot installatiebedrijf. En van zorg onderneming tot sloopbedrijf. Bedrijven waar met je handen werken super belangrijk is. Leerlingen die dat willen, hebben we nodig voor de gezonde toekomst van onze regio. Ik hoop dat nog veel meerbedrijven zich aansluiten.”
Tekst: Arjen Maat
Fotografie: Petra Holland